Hier staan we voor
Met dit initiatief maken we ons sterk voor een beweging die al enkele jaren aan de gang is en waarbij de behoefte aan verbinding een grote rol speelt: nabuurschap en zorg voor elkaar, samen bouwen en wonen en invulling geven aan maatschappelijke doelen. Noem het collectief, gezamenlijk, geclusterd, zelfbouw, anders wonen of ‘niet traditioneel’, het is de behoefte van velen die ten grondslag ligt aan de wens voor nieuwe woonvormen.
De groep bewoners die collectief wil wonen groeit ieder jaar. Een realistisch percentage van het aantal collectieve woonvormen in Nederland is 5 procent. Dat is het percentage in de ons omringende landen zoals Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk. 5 procent betekent bijna een miljoen mensen in Nederland die je zo zou kunnen huisvesten. Terwijl er nu maar 10 duizend Nederlanders in coöperatief verband wonen en samen de zeggenschap over hun eigen woning hebben (Bernard Smits in Volkskrant).
Als we daar de grote behoefte aan gemeenschappelijke woonvormen voor senioren bij optellen, zou het percentage nog een stuk hoger kunnen liggen. Dat houdt in dat – kijkend naar de huidige woningvoorraad afgezet tegen de behoefte aan deze woonvormen – een zeer hoog percentage van de nieuwbouw uit collectieve woonvormen zou moeten bestaan.
We zien daarom graag dat er concrete streefpercentages worden benoemd voor collectieve en andere woonvormen, we willen toegang krijgen tot locaties om te bouwen en we willen een volwaardige plek krijgen in woningbehoefte- en woonwensenonderzoeken die ten grondslag liggen aan het woningbouwbeleid.
Wij vragen alle raadsleden om zich concreet uit te spreken over collectieve en andere – niet traditionele – woonvormen in de eigen verkiezingsprogramma’s en de (toekomstige) collegeleden om concrete ambities, doelen en beleid op te nemen in de op te stellen collegeakkoorden.


