Financiering en subsidies
De planfase van een project brengt voorinvesteringen met zich mee. Kosten die een commerciële partij gemakkelijk kan dragen, maar voor een burgerinitiatief soms lastig zijn op te brengen. Banken zijn ook niet happig op dergelijke voorfinanciering.
Om burgerinitiatieven niet bij voorbaat uit te sluiten, kan uw gemeente of de provincie helpen door middel van een Revolving Fund of Leenfonds. Het leenfonds zorgt – naast andere financieringsmiddelen – voor extra slagkracht om een project van de grond te krijgen. Er kan gedacht worden aan een lening voor de verschillende projectfasen (initiatief-, ontwikkel- en realisatiefase). De lening wordt binnen een afgesproken termijn door het initiatief terugbetaald aan uw gemeente.
‘Wooncoöperaties kunnen niet zoals particuliere huiseigenaren alles lenen bij de bank en de rente aftrekken. Als extra impuls heeft de gemeente daarom nu een leenfonds van 50 miljoen euro in het leven geroepen, zodat wooncoöperaties naast de financiering door de bank en eigen inbreng, tegen bepaalde voorwaarden geld kunnen lenen. Het is de bedoeling dat de lening na tien tot vijftien jaar wordt terugbetaald.’ Gemeente Amsterdam, 2020
Betaalbare (collectieve) woningen verdienen een passende grondprijs. Maak daar ruimte voor in het grondbeleid.
Er zijn allerlei bestaande en nieuwe financieringsmodellen mogelijk, die recht doen aan de waarde van collectieve woonvormen en de kosten die het – op lange termijn – bespaart, zoals kosten voor Wmo en zorg. Ook kan er gedacht worden aan slimme functiecombinaties, zoals wonen in combinatie met natuur, recreatie, energie, waterberging en landschapsbeheer.
Bij het initiatief ‘Nieuw Bos en Klein Wonen’ van het Instituut voor Maatschappelijke Innovatie (2018) wordt onderzocht in hoeverre middelen voor de aanleg van nieuwe bossen kunnen worden verkregen door de verkoop van de kavels voor de tiny houses, die in het bos gebouwd worden (en tevens het bos kunnen beheren). Gemeente Wageningen en provincie Overijssel hebben meegedaan aan een pilot.
De gemeentelijke plankosten voor zelfbouw- en CPO-projecten door burgers zijn niet hoger dan bij seriebouw door projectontwikkelaars. Dit blijkt uit een onderzoek van Stec Groep in opdracht van het ministerie van BZK waarin de kosten zijn vergeleken (2016) . Het onderzoek concludeert dat de kosten niet hoger zijn en dat eigenbouw niet complexer hoeft te zijn dan seriebouw. De apparaatskosten voor gemeenten blijken bij eigenbouw lager dan bij projectontwikkeling en bij residueel rekenen kunnen gemeenten hogere grondprijzen realiseren bij kaveluitgifte.
Huur-sparen is een financieringsvorm die kan worden ingezet bij woning-splitsen met ofwel duo-wonen. Bij huur-sparen bestaat de huur uit twee componenten; een huurdeel en een spaardeel. Het huurdeel is voor de eigenaar van de woning, de huurvergoeding. Het andere component is het spaardeel. Dit deel is onderdeel van de huur, maar wordt gereserveerd in de ‘statiegeld pot’. Wanneer de huurder een nieuwe stap in zijn of haar wooncarrière wil maken, kan dit geld opgenomen worden om de eigen kosten koper te bekostigen. Meer informatie over deze financieringsvorm is te vinden op: Stichting Statiegeld op Jeugd.
Via het Koopgarant-systeem kan een gemeente er voor zorgen dat er betaalbare nieuwbouwwoningen beschikbaar komen. Een woning wordt daarbij door een koper via de gemeente met behulp van erfpacht gekocht van een projectontwikkelaar. Het verschil tussen koopprijs en marktwaarde wordt als korting ingezet en blijft als een soort statiegeld op de woning rusten. De afspraak is dat wanneer de bewoner wil verhuizen, de woning weer wordt terug verkocht aan de gemeente. Bij een waardestijging delen gemeente en koper de overwaarde. De nieuwe koper kan op dezelfde kortingsregeling rekenen. Zo blijft de woning bereikbaar voor de middeninkomens.
Gemeente Ede gaat werken met een koopgarant systeem waarmee het betaalbare woningen kan realiseren voor middeninkomens. Lees hier meer over het plan.